Algemeen
Op 19 maart 1715 komt een brief van de Staten van Zeeland binnen op het stadhuis. De brief bevat de uitschrijving van een algemene dank-, vast- en bededag op woensdag de 25e maart 1715 met de volgende overweging: dat ons lieve Vaderland onlankx uyt een swaaren en gevaarlijken oorlog gered sijnde en dat niettegenstaande de rust en vrede, waarin de staat gesteld is, den toorn Gods over de sonden van 't land ontsteken sijnde, Sijne slaande Hand en regtveerdige oordelen nog swaar werden gevoelt, siende alhier in onze provincie, door den onvergelijkelijken vloed van den 3 deser, geheele districten en polders in deselve en het naburige Vlaanderen daar bij doorgebroken, geïnundeerd en bevloeid, leggende tegenwoordig met de zee gemeen.
Ook in de volgende jaren schrijven de Staten van Zeeland jaarlijks een algemene dank-, vast- en bededag uit. Het stadsbestuur stuurt deze brieven door aan de predikanten van stad en eiland 'tharer narigting'.