Onderwijs

Particuliere schooltjes

Naast de officiële stadsschool zijn er tal van particuliere schooltjes in de stad. In 1715 krijgt Jacoba Snelders, weduwe van Adriaan van Trad, 'vermits onmagtig om swaar huyswerk te doen en altoos valitudinerende', toestemming om school te houden om de jeugd te leren lezen, spellen, breien, etc. Ook Jan Stortewagen of zijn vrouw mag in 1716 vanwege armoede school houden om de jonge kinderen te leren lezen en spellen. Tevens mag dit jaar Steven Poelman, schoolmeester te 's-Heer Arendskerke, hier ter stede school houden om de jonge jeugd te leren lezen, schrijven en cijferen. Ook Janneken van Strijen, weduwe van Cornelis Verbrugge, mag in 1719 binnen de stad school houden.

Latijnse school

In 1715 overlijdt de rector van de Latijnse school, Sebastiaan van Arcke. In april 1716 geeft de voorzittende burgemeester in overweging of het niet dienstig en van de hoogste noodzaak is, tot luister van de stad en dienst der jongelingen, het rectoraatschap, door de dood van de heer Sebastiaan van Arke vacant geworden zijnde, wederom opnieuw te remplaceren en of hetselve in het toekomende zoude bediend en waargenomen worden op dezelfde emolumenten en hetzelfde tractement als de overledene 't zelve gehad heeft dan of men het tractement in het toekomende zou verminderen en op wat wijze. Het stadsbestuur besluit het rectoraat vacant te verklaren op een traktement van £ 42.10.8, vrije woning en een vergoeding voor brandstof van £ 8.6.8. De nieuwe rector is ds. Adolf Keetlaar, predikant van de Hervormde gemeente, op een traktement van £ 42.10.8 en vrije woning.

Franse school

Juffrouw Catharina Galland, weduwe van ds. Jean de Romieu, predikant van de Waalse gemeente, ziet zich in 1719 door het overlijden van haar man genoodzaakt iets tot onderhoud van haar huishouding ter hand te nemen. Ze vat het voornemen op een gehele en halve kostschool op te stellen om daarin de jonge jeugd niet alleenlijk te onderwijsen in velerley soort van handwerken ende exercitiën, maar ook in de Franse tale, waartoe zij nu al met enige was geconvenieerd ende met verdere soo buiten als binnen deze stad wonende verhoopt te conveniëren. Ze verzoekt daarvoor niet alleen vergunning, maar ook, in consideratie van het faveur tgeen dese stad door de van buiten inkomende kinderen stond te genieten, naar het voorbeeld van andere steden, een jaarlijks traktement. Het stadsbestuur besluit haar eerste verzoek toe te staan. Ze mag een gehele en halve kostschool houden, mits dat ze zich houdt aan de ordonnantie op het schoolhouden. Haar verzoek om een traktement wordt echter afgewezen.